Jarsin's boek is gedeeltelijk te doorzoeken via Google Book Search: http://books.google.com/books?isbn=908090211X
Vorige (Naar een mondiaal bewustzijn?)
Sinds Homo sapiens op onze planeet verscheen (niet de anatomisch op ons gelijkende versie, circa 200.000 jaar geleden, maar de ruim 100.000 jaar terug ontstane cerebraal aan ons verwante moderne mens) heeft hij zich van alles afgevraagd over objecten en gebeurtenissen die hij waarnam binnen dat piepkleine hem omringende stukje aarde. Omdat hijzelf maker was van diverse gereedschappen, sieraden en andere (nuttige) voorwerpen, kwam hij tot de gevolgtrekking dat er ook (een) zeer almachtige schepper(s) moest(en) bestaan van zijn wereldje; op zich geen onlogische conclusie. Het verklaarde een hele hoop dingen. En wetenschap bestond toen eenvoudigweg nog niet.
De moeilijkheid was dus niet zozeer het bedenken van een schepper (ik ga nu voor het gemak in enkelvoud verder, hoewel de eerste religies vrijwel zeker polytheïstisch waren). Het probleem begon toen invloedrijke lieden binnen een stam allerlei offerandes gingen verzinnen in tijden van voorspoed (dankoffer) en tegenspoed (gunstoffer) en minder gewelddadige rituelen. Nou zijn offers op zichzelf niet zo’n probleem als het relatief onschuldige praktijken betreft als het leggen van voedsel op een speciaal offeraltaar. Bezwaarlijk wordt het als het om offeren van levende wezens gaat. We kennen allemaal wel de mensenoffers van de Azteken. Maar zelfs tot in de zeventiende eeuw had de Katholieke Kerk de gewoonte om allerlei mensen te doden, tot verbranden aan toe (Jeanne d’Arc, Giordano Bruno etc., die niet voldeden aan het door het Vaticaan verlangde profiel), om hun god gunstig te stemmen. En tot vandaag de dag worden in vele moslimlanden mensen om hun (on)geloof, geaardheid etc. opgehangen, onthoofd en/of gestenigd. Dat laatste valt vooral vrouwen ten deel. Kortom, de barbaarsheid, door sommige religies tentoongespreid om hun god te behagen, is nog steeds volop aanwezig. Maar goed, ik dwaal af.

Deze eerste moderne mens zocht dus niet naar een natuurlijke verklaring. Nee, daar had hij de wetenschappelijke kennis niet voor. Dus verplaatste hij het probleem naar buiten zijn perceptibele wereldje. Hij ging er wellicht vanuit dat het antwoord in zijn omgeving niet te vinden zou zijn. Hij was de eerste die de “probleem-verplaatsende tactiek” toepaste. Dit is geen kritiek, slechts een constatering. De prehistorische mens kon gewoon niet anders. Maar als u dacht dat deze praktijk in onze moderne wetenschappelijke eenentwintigste eeuw was uitgeroeid, dan vergist u zich. En dan heb ik het niet over religieuzen (die hebben sowieso meer moeite met de realiteit), nee, dan heb ik het primair over hedendaagse wetenschappers, die beter zouden moeten weten. Het schijnt steeds meer een modegril te zijn om allerlei (voorlopige) wetenschappelijke verklaringen voor dingen en gebeurtenissen, die (nog) niet definitief door de wetenschap zijn opgehelderd (of zelfs als dat wél zo is), simpelweg af te wijzen. Niet alleen door geïnteresseerde leken, maar ook door esoterische “geleerden”, die alle feiten en logica negeren, omdat hen dat psychologisch beter uitkomt. En daarmee bedoel ik niet eens homeopathie, astrologie en andere vormen van kwakzalverij, die allang door de wetenschap zijn ontmaskerd. Maar mensen zijn nu eenmaal hardleers.

De eersten die naar een aardse interpretatie en oorsprong zochten, waren de oude Grieken (Epicurus etc.). De goden waren, in hun zienswijze, niet meer voor alle gebeurtenissen op aarde verantwoordelijk en dus nodig. Zij moesten hun populariteit steeds meer delen met natuurkundige en biologische verklaringen. Uiteraard hadden vele van deze (natuur)filosofen het bij het verkeerde eind, maar een begin was er.
Helaas kwam aan de hegemonie van de Griekse, en de daarna florerende Romeinse beschaving, een eind. Het was de religieuze onnozelheid en bijgeloof die in de Middeleeuwen de dienst uitmaakten.
Maar gelukkig kwam daaraan in de zestiende eeuw voorzichtig verandering in door de komst van de Renaissance. Weer was er een opkomst van wetenschappelijke verklaringen (Copernicus, Galileo etc.), die langzaam maar zeker gestaag toenam (Newton etc.), vooral wat onze positie in het heelal betekende. Tijdens en na de Verlichting nam de kennis over onze planeet toe en kwam er ook uitleg over vele, vooral biologische, aspecten, welke de oorsprong en positie van Homo sapiens bepaalde (Darwin etc.).
Na de vele ontdekkingen in de negentiende, twintigste en deze eeuw kan de wetenschap een hele hoop dingen en gebeurtenissen over het geheel genomen uitleggen. Maar nog niet alles. En niet elk detail. En juist op dat kleine nog niet (geheel) verklaarbaar gebied, storten de esoterische, new age en alle andere aanverwante onzin en pseudowetenschappelijk gieren zich, als zijnde hun prooi. Maar dat is niet het ergste. Jammer genoeg maken ook vele serieuze geleerden zich aan de probleem-verplaatsende tactiek schuldig.

Om te beginnen het ontstaan van het heelal. Tegenwoordig wordt door de meeste natuurkundigen de theorie van de “Big Bang”, die bijna 14 miljard jaar geleden moet hebben plaatsgevonden, aanvaard als mogelijke verklaring voor de oorsprong en vorming van ons universum. Waar de materie ervoor vandaan kwam en waarom die oerknal plaatsvond weten deze natuurkundigen (nog) niet. In plaats van de wetenschap de tijd te gunnen en gewoon af te wachten totdat er veel meer bekend is over alle processen die zich in de onmetelijke ruimte rondom onze aarde afspelen, hebben veel mensen dat geduld niet. En dan niet in de eerste plaats de gelovigen die hun heilige boek letterlijk nemen (zoals de fundamentele christenen, die er sowieso vanuit gaan dat een god het heelal, de aarde en het leven erop circa 6000 jaar geleden heeft geschapen (zie creationisme)), maar ook geleerden in het algemeen met een religieuze en/of esoterische achtergrond. Zij kunnen of willen niet aanvaarden dat de materie die onze kosmos heeft gevormd altijd al moet hebben bestaan, in één of andere gedaante, en dat de oerknal zomaar vanzelf moet hebben plaatsgevonden. Dus wentelen ze zich weer behaaglijk in hun nooit verlaten uitgangspunt dat een hogere macht de materie moet hebben gecreëerd en de oerknal moet hebben veroorzaakt. Daaronder bevinden zich dan weer wetenschappers die het idee van “Intelligent Design” aanhangen. Een probleem-verplaatsende tactiek dus.
Waar die god van hen dan vandaan komt? Die vraag wordt, evenals over de oorsprong van de materie, niet beantwoord. En dat de volgorde “eeuwige materie > oerknal > heelal” wellicht logischer is dan “eeuwige hogere macht > materie > oerknal > heelal”, omdat het bestaan van materie tegenwoordig elke dag kan worden waargenomen, doch het bestaan van een god ook vandaag de dag een twistpunt is en nog steeds niet is aangetoond.

Voorts de vorming van het eerste leven. Abiogenese is de materialistische verklaring voor het ontstaan van het leven op aarde. Er zijn verscheidene experimenten gedaan met mogelijke oer-aarde-atmosferen. De eerste en bekendste is die van Stanley Miller en Harold Urey uit 1953. Zij toonden toen al aan dat in bepaalde omstandigheden complexe organische verbindingen uit anorganische stoffen kunnen ontstaan, zoals aminozuren, één van de bouwstenen van het leven. Echter de bouwstenen van DNA en RNA werden erin niet aangetroffen. Daarom wordt tegenwoordig minder waarde aan het experiment gehecht. Men gaat er nu vanuit dat deze oer-atmosfeer een andere samenstelling moet hebben gehad.
Tegenwoordig is bekend dat er organische moleculen voorkomen op kometen en dergelijke. Hoewel die zonder twijfel geholpen zouden kunnen hebben bij de ontwikkeling van het eerste leven op aarde, wordt die hiermee nog niet verklaard. Ondanks alle hiaten die er nog steeds bestaan, ofschoon het er steeds minder worden, accepteert elke serieuze wetenschapper dat de oorsprong van het leven hier op onze globe heeft plaatsgevonden, hoewel enkele bouwstenen daarvoor best uit de ruimte afkomstig kunnen zijn geweest. Er is geen serieus alternatief voor de abiogenese-hypothese.
Desalniettemin kwamen enkelen met de panspermie-theorie, dat zegt dat het leven al sedert lange tijd verstrooid in het heelal voorkomt, sommigen daarvan op onze planeet belandde en daarna een eigen evolutie doormaakte. Deze theorie is met name populair bij lieden die er bij voorbaat al vanuit gaan dat het (statistisch gezien) onmogelijk is dat het leven zich spontaan op aarde zou hebben kunnen ontkiemen. Er zijn nauwelijks tot geen bewijzen of aanwijzingen voor deze theorie. Tot nu toe is er geen enkel voorbeeld van leven ontdekt buiten onze atmosfeer. Verder is dit een typisch staaltje van een probleem-verplaatsende tactiek.
Het is toch zo logisch als wat. Onze planeet is de enige waarvan we weten dat er leven op bestaat. Waarom niet gewoon de herkomst ervan hier zoeken, in plaats van in allerlei obscure hoeken? Kijk, als over vele jaren alle mogelijke opties ervoor naar de prullenbak zijn verbannen, dan kun je voorzichtig de panspermie-theorie uittesten. Voorlopig is daar helemaal geen motief voor. De aardse oorsprong-suppositie is nog springlevend en verre van uitgeput. Ook al verplaats je de locatie van het eerste leven naar een andere verre uithoek van ons sterrenstelsel, het blijft nochtans onduidelijk hoe het dan dáár werd gevormd. Waren de condities elders dan beter? Trouwens, als het leven zich op een of andere manier zou hebben kunnen ontwikkelen, waarom dan niet op de meest ideale planeet daarvoor in ons eigen zonnestelsel? Kortom, deze panspermie-theorie is geen echte serieuze kandidaat.
Verder hoef ik het natuurlijk niet te hebben over de hiervoor genoemde “Intelligent Design” visie, omdat die zich buiten elke experimenteel empirische wetenschappelijke controle bevindt.

Het volgende punt is het ontstaan van onze hersenen, oftewel het begin van onze soort. Hoewel steeds meer bekend wordt over het functioneren van ons brein en onze intelligentie en er genoeg publicaties zijn die onze intelligentie en bewustzijn doelmatig verklaren vanuit evolutionaire gezichtspunten (waaronder mijn eigen boek), blijven er nog hele volksstammen geloven dat onze intelligentie en bewustzijn niet zomaar uit een primitievere voorouder kunnen zijn voortgekomen. Nee, de eerste Homo sapiens vond zijn oorsprong door toedoen van genetische manipulatie, verricht door wezens van geavanceerde buitenaardse beschavingen. Bewijzen ervoor ontbreken geheel. De bekendste representant van deze absurde waanwetenschap is de Zwitser Erich von Däniken. [Verwant aan deze denkbeelden zijn de vele buitenaardse verklaringen over de piramiden en andere antieke bouwwerken, die gezien het peil van de toenmalige beschavingen niet door mensen alleen konden zijn gebouwd. Zij hebben, volgens deze aanhangers, hulp van buiten ons zonnestelsel gekregen.]
Volgens deze theorie zou de DNA van de directe voorganger van Homo sapiens, de Homo heidelbergensis (of misschien zelfs van Homo erectus) door buitenaardse wezens zodanig zijn bewerkt dat Homo sapiens werd geboren, compleet met grotere intelligentie en bewustzijn. Of, zoals door anderen wordt geopperd, is onze soort ontstaan door een kruising van H. heidelbergensis met een aliën. De vraag waarom intelligentie en bewustzijn wel op een verre andere planeet zouden kunnen ontstaan en niet op de onze, wordt door deze theorieën niet beantwoord. Ook dit is weer typisch een geval van een probleem-verplaatsende tactiek.

Een andere issue is het menselijk bewustzijn. Dit wordt nog steeds gezien als een mysterie, de heilige graal van het hersenonderzoek. De filosoof Daniel Dennett onder anderen heeft in 1991 (Het bewustzijn verklaard) al laten zien dat het bewustzijn niet mysterieus is en uit hersenprocessen kan worden verklaard. Ook in mijn eigen werk geef ik een duidelijke definitie: ”Bewustzijn is corticale waarneming” (2004).
Desondanks lanceerden de Britse wis- en natuurkundige Roger Penrose en de Amerikaanse anesthesioloog Stuart Hameroff begin jaren 1990 hun gezamenlijke Orchestrated Objective Reduction (Orch-OR) bewustzijnstheorie. Deze theorie gaat uit van kwantumprocessen in de microtubulus, een circulatiesysteem, die in elke zenuwcel, per honderden, aanwezig is, en die in staat is informatie te verwerken. Het is mijn bedoeling niet om hier de theorie te gaan uitleggen. Dat wordt elders al volop gedaan. De problemen met deze theorie is dat hij bewustzijn in het geheel niet verklaart en dat hij dit ook nooit zal kunnen doen. Je kunt namelijk processen die op het niveau van de neuron (zenuwcel) afspelen, niet verklaren door die eenvoudigweg te verplaatsen naar het niveau van het atoom (kwantummechanica). Hersenactiviteiten dienen neurologisch/biologisch te worden onderzocht en niet kwantummechanisch. Opnieuw een zeer duidelijk voorbeeld van een probleem-verplaatsende tactiek. Hoewel er geen bewijs is gevonden die deze theorie ondersteunt, zijn er toch velen (en niet enkel leken) die er van gecharmeerd zijn. Wellicht vanwege het mysterieuze imago dat de kwantumtheorie nog immer heeft.

Ook het nu volgende laatste voorbeeld betreft het menselijk bewustzijn. Behalve degenen die het bewustzijn als een soort onsterfelijke ziel of geest beschouwen, die, na het sterven, voor altijd blijft voortbestaan in een soort hiernamaals, zijn er ook velen, waaronder geleerden, die het bewustzijn zien als een entiteit die zich ophoudt buiten het menselijk lichaam.
Het geloof in het dualisme bijvoorbeeld kan ik, gezien vanuit het standpunt van mensen die graag eeuwig willen blijven voortleven, best begrijpen, ook al is er voor iets dergelijks absoluut geen greintje bewijs. Deze dualisten negeren botweg iedere werkelijkheid en klampen zich vast aan elk nieuwtje aangaande “bijna-dood ervaringen” (“BDE’s”) en ander occultistisch bedrog. Dat deze ervaringen niets met de dood te maken hebben, de naam zegt het al: “bijna-dood ervaringen”, schijnen ze niet te beseffen. Ofschoon de hersenen, tijdens het laatste gedeelte van deze BDE’s, geen meetbare activiteit laten zien, leven de hersencellen uiteraard nog wél. Want als deze cellen werkelijk afgestorven zouden zijn, zouden de desbetreffende personen dat nooit meer hebben kunnen navertellen.
Maar het situeren van het bewustzijn buiten onze schedel heeft helemaal niets meer met logica te maken. De enige reden dat dit gebeurt is de onkunde over de hersenen en het hardnekkige geloof dat de bewustzijnsmechanismen daarin nooit gevonden zullen worden, omdat als die zich afspelen in het brein, dat allang ontdekt zou zijn. Afijn, het op dit moment nog steeds onbekend zijn met een sluitende bevestiging voor een cerebrale locatie of proces voor het bewustzijn, is voor tallozen de reden dat zij het vertwijfelt ergens anders gaan zoeken. In ieder geval buiten het lichaam.
Waar? Dat weten zij ook niet. Maar het bewustzijn (of ziel/geest) bevindt zich ergens buitenlichamelijk en de hersenen zijn slechts de ontvanger ervan, zoals een antenne van een radio of televisie dat is van een radio-/tv-station. Dat die laatsten bestaan is niet moeilijk te bewijzen, maar voor bewustzijn buiten onze hersenen bestaat geen enkele grond, laat staan bewijs. Die gedachtespinsel is ook volstrekt niet logisch. De enigen die evident bewust gedrag vertonen zijn mensen en hogere zoogdieren. Dus dan moet je de oorzaak ervan bij hen zoeken en niet ergens in het universum. Het zoveelste geval van een probleem-verplaatsende tactiek.

We moeten derhalve de bron van dergelijke manifestaties primair zoeken op de plekken waar die zich voordoen. Vooral als die plekken vooralsnog uniek blijken te zijn. De aarde is de enige ons bekende planeet met leven en met humane wezens; het brein is de enige bekende structuur die intelligentie en bewust gedrag tentoonspreidt. Dus het speuren naar leven, mensen en bewustzijn buiten onze planeet en buiten onze hersenen om heeft weinig zin. Vooral omdat er totaal geen enkele aanwijzing is dat daarmee in de goede richting wordt gezocht. Kortom, het probleem wordt er niet mee opgelost; het wordt er uitsluitend mee verplaatst.

Groetjes van Albert Jarsin

gepost om 15:52 op Tuesday, 23 December 2014 door Albert - Category: General

Geen reacties
Albert Jarsin
Albert Jarsin is bewustzijnsonderzoeker en werd in 1954 te Haarlem geboren. Hij is gehuwd, heeft twee kinderen en woont met zijn gezin in Brazilië.
Forum Onderwerpen
Copyright © Albert Jarsin

Indien u de auteur persoonlijk iets wil vertellen over deze website of anderszins dan kunt u een e-mail sturen naar albert@jarsin.net

Met dank aan Alwin Garside en Germano Martins.