Jarsin's boek is gedeeltelijk te doorzoeken via Google Book Search: http://books.google.com/books?isbn=908090211X
Vorige (Scepticisme) Volgende (Bewuste vrije wil)
Van alle boeken over bewustzijn die ik heb gelezen is Bewustzijn (Consciousness) van de Amerikaanse neuropsychiater J. Allan Hobson (die samen met Robert McCarley de droomtheorie van de activering-synthesehypothese opstelde) zeker niet de minste. In dit werk uit 1998 introduceert hij in hoofdstuk 7 zijn AIM-model van bewustzijnstoestanden. In dit driedimensionaal ruimtelijk model vertegenwoordigt A het activeringsniveau, I de informatiebron en M de modulatie (of verwerkingsmethode). Het model zit ingenieus in elkaar. Het toont voor een groot deel de hersentoestand tijdens waken, NREM-slaap, REM-slaap, coma, hallucinatie, delirium, depressie en manie. Kortom, de verschillende bewustzijnstoestanden hebben direct te maken met parallel daaraan lopende hersentoestanden.

Wanneer het model nader wordt bekeken en de bewustzijnstoestanden geanalyseerd, dan is er iets dat grandioos opvalt. En dat is dat elke bewustzijnstoestand wordt veroorzaakt door een waarnemingstoestand. Oftewel, dat wat Hobson een bewustzijnstoestand noemt eigenlijk een waarnemingstoestand is. Mede daaruit volgt dan de uiteindelijke definitie over bewustzijn in mijn boek, aangevuld met waarnemingstoestanden die Hobson niet noemt in zijn model.

Als een bewustzijnsproces afhankelijk is van waarneming dan rijst de vraag of bewustzijn zonder waarneming überhaubt mogelijk is. Nee, zeg ik. Niet alleen hebben de hersenen exocerebrale (van buiten de hersenen komende) waarneming nodig om informatie op te slaan om daarmee uiteindelijk endocerebrale (binnenin de hersenen ontstaande) waarneming, en dus bewustzijn, te kunnen creëren; ook de exocerebrale waarneming zélf is nodig voor bewustzijn. En dat geldt voor álle soorten waarneming, doch vooral de visuele en linguïstische. Voor menselijk bewustzijn is taal onontbeerlijk.

Bekend is het verhaal van Helen Keller (1880-1968), een Amerikaanse vrouw die met 19 maanden zowel doof als blind werd. Pas op zesjarige leeftijd verbond ze de tactiele perceptie van water aan het woord "water", door haar lerares Anne Sullivan met tikjes gespeld in haar handpalm. Deze twee afzonderlijke waarnemingen creëerde een nieuwe gecombineerde waarneming en een daaraan gekoppelde bewustwording. Er ging een nieuwe wereld voor haar open. Ze werd zich ineens bewust van dingen omdat ze er een woord voor had – beter gezegd: er een woord voor waarnam.

Stelt u zich een zuigeling voor bij wie geen enkel zintuig functioneert. Dit disfunctioneren komt niet door gebreken in de hersenen maar in de aanvoer, oftewel de zintuigen zelf. Zijn hersenen zijn bij de geboorte normaal. Kan hij zonder perceptie een mate van bewustzijn ondergaan? Nee, is nogmaals mijn stellig antwoord. In de eerste plaats zal zo’n baby bij het bewegen van zijn ledematen niets voelen. Alle geluiden en bewegingen die hij maakt zijn puur aangeboren reflexen. Hij zal er niets van waarnemen. Hij zal geen informatie opnemen. Kortom, hij zal niet weten (en nooit te weten komen) dat hij bestaat. Hij zal nooit bewuste bewegingen, of wat dan ook bewust, kunnen produceren. Want om iets bewust te kunnen vastpakken moet je op zijn minst het voorwerp kunnen voelen. En niet alleen bewustzijn maar ook gevoelens die deze kunnen beïnvloeden zijn afhankelijk van perceptie.

Anders is het indien een volwassene zijn zintuigen ineens kwijt raakt. Exocerebraal zou hij niets meer waarnemen, doch endocerebraal nog wel omdat hij tijdens zijn leven zintuiglijke ervaringen heeft opgedaan en daar natuurlijk nog steeds de spontane herinneringen van heeft. Dus zou hij nog wel ‘endocerebrale bewustzijn’ ondergaan.

Stel nu dat van de pasgeborene louter zijn vingers de mogelijkheid hebben om te voelen. Zou dat wat uitmaken? Ja, maar hoeveel is moeilijk te zeggen. Als je die vingers alleen boeken in braille laat betasten zal het amper enig effect hebben (behalve als zijn hersenen zouden beschikken over een aangeboren brailleprogramma). Anders wordt het wanneer je het kind alles laat betasten in zijn omgeving. Maar zichzelf kan het dan nog steeds niet voelen. Wat voor bewustzijnseffecten dat zou opleveren is nauwelijks voor te stellen. Maar één gevolgtrekking denk ik wél te kunnen maken en dat is dat die effecten zeer gering zullen zijn.

Dus kunnen we concluderen: des te uitgebreider de waarneming (endo- en exocerebraal), des te uitgebreider het bewustzijn. Dat wil natuurlijk niet meteen zeggen dat een blinde of dove zoveel minder bewust is dan anderen. Allemaal hebben ze het verlies van dat zintuig min of meer kunnen compenseren. Dat hangt natuurlijk ook af of het gemis aangeboren is of later in het leven is opgetreden. Iemand die vanaf de geboorte doof of blind is heeft natuurlijk geen visuele of auditief/linguïstische waarneming/bewustzijn zoals een ziende/horende. Dus wat dát aangaat is zo iemand inderdaad minder bewust. Maar wat het bewustzijn van zichzelf en zijn omgeving betreft is er natuurlijk weinig verschil. Over het algemeen hoort een blinde meer en ziet een dove meer dan iemand zonder zintuiglijke handicap. Zij zijn zich dus op hun beurt iets meer bewust van bepaalde geluiden of beelden. En verder compenseert de taal veel.

De mechanismen van bewustzijn worden in mijn boek beschreven. Die zijn allesbehalve mysterieus. Mensen die beweren dat bewustzijn een fenomeen is dat niet is op te helderen moeten mijn boek maar eens lezen. De mechanismen, verantwoordelijk voor onze diverse bewustzijnseffecten, zijn veelzijdig, maar bewustzijn zelf is dat allerminst. Dat is synoniem voor slechts één ding: zie mijn boek.

Misschien vinden sommige van u dat mijn stelligheid omtrent bovenstaande conclusies (en enkele in andere columns) niet te rijmen zijn met mijn scepticisme. Als filosoof behoor je inderdaad aan alles te twijfelen. Maar als wetenschapper mag je best ergens voor staan. Er valt geen wetenschap te beoefenen als je continu vrijblijvend met twijfelen bezig bent. Copernicus, Darwin, Einstein etc. stonden voor hun modellen, ook al zouden ze daar best twijfels bij gehad hebben. Een wetenschapper die zijn theorie verdedigt zal allicht momenten van onzekerheid kennen. Dat is het mooie aan wetenschap.
Tot volgende week.

Groetjes van Albert Jarsin.

gepost om 22:34 op Tuesday, 10 May 2005 door Albert - Category: General

Reactie door: els
Bewustzijn wordt veroorzaakt door een waarnemingstoestand.

Maar dat gebeurt niet zómaar, want de noodzakelijke schakel daartussen is het brein, want zonder brein geen bewustzijn.

Dus heeft een pasgeboren baby al wél genetische eigenschappen, maar nog geen bewustzijn.

De grenzen van onze mogelijkheden liggen bij onze geboorte dus al vast, maar of we die ooit zullen bereiken niet. Dit hangt van meerdere factoren af, zoals bijvoorbeeld van a) onze vermogens tot waarnemen, het functioneren van onze zintuigen dus, en b) van de verwerkingscapaciteit van ons brein.
Pas als dit allemaal min of meer in orde is kunnen we ons leven beginnen met een redelijke kans van slagen.

Bij onze geboorte zijn we allemaal een onbeschreven blad: het allerprilste begin van een mens, dat net als alle andere zoogdieren is uitgerust met een zuiginstinct, en een doordringend stemgeluid om te zorgen dat we niet vergeten worden.

Kortom, bij de aanvang van ons leven zijn we niet veel meer dan ‘zuigertjes’ (sommigen van ons blijven dat zelfs tot aan hun dood toe), en niet alleen fysiek, maar ook psychisch. We nemen waar, verwerken dat in ons brein, en slaan het op als ervaring.

Wat we waarnemen hangt af van wat we ‘aangeboden’ krijgen, en omdat kritische zin ons in dit vroege stadium nog niet gegeven is gaat letterlijk alles er ongecontroleerd in als koek, wordt vervolgens zo goed en zo kwaad als het gaat verwerkt door ons brein, en tenslotte keurig opgeslagen.

En deze verzameling van toevalligheden wordt dan gaandeweg ons ‘bewustzijn’.
Friday, 13 May 2005 15:39
Reactie door: els
Brrr.... hoe komt dát nu weer, al die rare tekens? De laatste zin moet zijn:

En deze verzameling van toevalligheden wordt dan gaandeweg ons bewustzijn.
Friday, 13 May 2005 15:42
Reactie door: els
Tjee, ik had het bovenstaande eerst op Word getikt om een beter overzicht te hebben, maar dat kan blijkbaar niet. Dus maar gewoon hier verder.

Ons bewustzijn is dus feitelijk een vergaarbak van alles wat we 'aangeboden' hebben gekregen: waar of niet waar, waardevol of waardeloos, alles om het even.

Ons bewustzijn is dus helemaal niet van onszelf, zoals we meestal denken, maar afkomstig van anderen.
En dus is het lang niet onmogelijk daarin gegevens zitten opgeslagen die tegenstrijdig zijn aan onze aard, of zelfs regelrecht in strijd met ons gezonde verstand.

Dat zoiets tot ernstige innerlijke conflicten kan leiden ligt voor de hand, en ik vermoed dan ook dat dit de oorzaak is van de midlife crisis waarin we bijna allemaal terechtkomen, zo rond ons veertigste.

Wat ik me nu afvraag is of we ons bewustzijn niet beter kwijt kunnen zijn dan rijk. Op de keper beschouwd.
Friday, 13 May 2005 16:34
Reactie door: aan Els
Dag Els.
Dat is lang geleden mei 2005. Ons bewustzijn is voor een groot deel van ons zelf. Soms kopieeren wij (slechte mentale) voorbeelden uit onze kindertijd mee in ons volwassen leven van het hier en nu. Maar gelukkig als wij ons goed socialiseren, dan buigen we heel slechte gewoontes om in een deels veilig repeterende gedrag. Nee, ik ben, wie ik ben en ik doe niemand na. Goed om af en toe stil te staan bij jezelf en dus te onthaasten.
Saturday, 15 December 2012 13:13
Albert Jarsin
Albert Jarsin is bewustzijnsonderzoeker en werd in 1954 te Haarlem geboren. Hij is gehuwd, heeft twee kinderen en woont met zijn gezin in Brazilië.
Forum Onderwerpen
Copyright © Albert Jarsin

Indien u de auteur persoonlijk iets wil vertellen over deze website of anderszins dan kunt u een e-mail sturen naar albert@jarsin.net

Met dank aan Alwin Garside en Germano Martins.